OOST TURKIJE
Door: fridabert
Blijf op de hoogte en volg Bert en Frida
28 April 2012 | Turkije, Edessa
We zoeken naar een overnachtingsplek in het Karagol Sahara NP, dicht bij de grens met Georgië. Over een smalle weg rijden we door boerendorpjes waar veel houten huizen staan. Waarom het park de naam Sahara draagt is ons volstrekt onduidelijk. Het is bosrijk en groen. Bij een hooggelegen meertje staat een hotel waar men nog niet op gasten rekent. De sneeuw ligt deels nog rond het meertje. We kunnen een kamer met elektrische kachel krijgen voor een forse prijs. Er valt niet te onderhandelen dus maken we rechtsomkeert. Een mooie plek, maar er zijn grenzen. In een motel verderop overnachten we voor een reële prijs. De volgende ochtend gaan we verder richting Kars en starten helaas in de regen en mist. We rijden door besneeuwde landschappen waar er maar beperkt zicht is. Wel bijzonder sfeervol. Het weer verbetert iets en we maken een prachtige tocht door een kaal landschap langs het Cildir Golu meer, wat grotendeels nog met ijsschotsen bedekt is. Af en toe piept de zon door de dreigende luchten en dat zorgt voor adembenemend mooie plaatjes. Genieten geblazen!
In de middag komen we aan in het kleurrijke Kars. Veel volken hebben hun stempel op de stad gedrukt. Als laatste overheersers hebben de Russen hier een tijd de scepter gezwaaid. Na het vinden van een leuk hotel beklimmen we de trappen van de citadel, waar we een prachtig zicht op de stad en omringende heuvels hebben. Daar horen we om 16.00 uur de oproepen tot gebed van imams vanuit de diverse moskeeën verspreid over de stad. Het resultaat van al die oproepen is een onverstaanbare en nogal lachwekkende herrie. Het lijkt een wedstrijd elkaar overstemmen gezien de forse decibels die worden ingezet. We bekijken ook de Russische huizen van rond 1900 die her en der in de stad staan. Onderhoud laat te wensen over en de verkrotting dreigt steeds verder te gaan. Wel jammer, want het zijn veruit de mooiste huizen van de stad. Althans dat vinden wij. Over de Turkse steden zijn we tot nu toe niet enthousiast. Istanboel heeft een mooi oud gedeelte, maar verder valt er op architectuurgebied in de steden weinig te genieten. Veel praktische betonblokken en vrijwel geen parken of pleintjes. Terwijl de Turken toch graag buiten zijn.
De volgende dag bezoeken we de resten van de antieke stad Ani, de Armeense hoofdstad van deze streek in een ver verleden. De grens met Armenië is nog steeds gesloten vanwege een diep geworteld conflict. In Turkije wonende Armeniërs zijn zo’n 100 jaar geleden door de Turken naar Armenië getransporteerd waarbij vele honderdduizenden mensen zijn bezweken. Armenië noemt het genocide, Turkije erkent dat er fouten zijn gemaakt maar niet dat het een vooropgezet plan was. Hopelijk ontdooit de relatie, waardoor de grenzen weer opengaan. Ani ligt tegen de grens aan, een rivier scheidt Turkije van Armenië. Er zijn nog restanten van een oude brug die vroeger een belangrijke verbinding in de Zijderoute was. Een deel van de stadsmuren van Ani staat nog overeind, waarbij restauratie zeker geholpen heeft. We zijn op deze zonnige dag bijna de enigen die in Ani rondlopen. De geïsoleerde ligging en enkele bijzondere gebouwen en ruïnes geven het geheel een mystieke sfeer. Er is nog genoeg aanwezig om een goede voorstelling van de stad in het verleden te maken. Op het hoogtepunt woonden er 100.000 mensen in de ommuurde stad. Buiten de poorten waren ook vele grotwoningen en deze zijn goed zichtbaar vanaf de hoger gelegen stad. Een grote aardbeving rond 1300 heeft Ani uiteindelijk de das omgedaan.
Vanuit Kars gaan we de volgende dag verder naar het zuiden richting Dogubayazit. De reisdoelen zijn Ararat, met ruim 5100 meter de hoogste berg van Turkije en het Ishak Pasa paleis. Gisteren hebben we onderweg naar Ani de berg Ararat al prachtig zien liggen. Vele tientallen kilometers ver weg, maar toch zeer dominant in het landschap aanwezig. Het blijft onderweg genieten van de berglandschappen. In Dogubayazit aangekomen vliegt de stad ons echter naar de keel. Druk, vuil, kamikaze verkeer en lawaaierig. En de hotels zijn stuk voor stuk van laag niveau. Versleten en groezelig tapijt, op instorten staande bedden, schimmelplekken in de badkamer. Het minst slechte hotel met een redelijk schoon ogende badkamer is de winnaar. We bezoeken daarna het mooie Ishak Pasa paleis. Een duizend –en- een- nacht paleis waar het restaureren in volle gang is. Daardoor kunnen we het waarschijnlijk mooiste deel niet bezichtigen. Jammer, maar er valt gelukkig nog genoeg te zien. Terug in het “hotel” spreken we een berggids, die aangeeft dat juli en augustus de maanden zijn om Ararat te beklimmen. Dag wandelingen zijn ook mogelijk, maar het weer is wat regenachtig en Ararat zit grotendeels in de wolken. Daarnaast schijnt het erg duur te zijn om er te wandelen. We besluiten om Dogubayazit snel achter ons te laten en de volgende dag door te reizen naar Van aan het Van meer. Die avond nog wel gezellig rummikub gespeeld in een sfeervol café, waar zowaar ook meer vrouwen aanwezig zijn dan alleen Frida. Het café/theehuis leven is verder een mannenbolwerk.
De volgende dag reizen we door een adembenemend mooi vulkaanlandschap langs de grens met Iran. De deels aanwezige sneeuw op de bergtoppen maakt het plaatje compleet. Er zijn veel militaire posten, maar we kunnen zonder problemen doorrijden. Opvallend veel nieuwbouw in vergelijk met datgene wat we onderweg eerder zijn tegengekomen. De redenen zijn ons onduidelijk, want het is geen agrarisch rijk gebied. Voordat we Van bereiken wijst een bordje de weg aan naar een kasteel. We gaan op zoek maar vinden uiteindelijk het kasteel niet. Typisch voor de Turkse bezienswaardigheden is het ontbreken van voldoende richtingaanwijzers. Irritant en frustrerend. Je volgt een bordje en daarna is het zoek het maar uit. Gelukkig zijn de Turken wel altijd bereidt om de juiste weg te wijzen. We komen in een dorpje waar veel tenten en containerwoningen staan naast resten van woningen. Het lijkt wel of er een aardbeving heeft plaatsgevonden. In Van aangekomen gaan we optimistisch met de LP in de hand op zoek naar een hotel. Onze favoriet kunnen we niet vinden. Navraag leert dat het hotel niet meer bestaat. Maar het was net gerenoveerd volgens de LP!? Op de aangegeven plek is nu een grote bouwput. We bezoeken nog 10 hotels. Daarvan zijn er 5 aan het verbouwen, 1 zit vol, 1 is nog gesloten, 2 zijn wel open maar van slechte prijs/kwaliteit verhouding en 1 is een duur 4-sterren zakenhotel. Uiteindelijk besluiten we na stevig afdingen (het is weekend en dus rustig in het hotel) twee nachten in het 4 sterren hotel te overnachten.
De volgende dag zit vol met cultuur. We bezoeken eerst het eeuwenoude Hosab kasteel. Daar aangekomen blijkt deze gesloten, maar we hebben samen met een Duits stel, wat ook net aankomt, geluk. Uit het dorp komt plots een man met de sleutels, die gelijk als gids fungeert. Het kasteel is deels gerestaureerd en deels een ruïne; we vinden het bijzonder. We willen onze gids een fooi geven maar hij weigert geld aan te nemen. Dan maar een stevig handdruk en een welgemeend bedankt. Vervolgens geven we een echtpaar met ziek kind een lift naar een ziekenhuis en bezoeken we daarna de ruïnes van een antieke fort van de Urartu koningen (ca 700 v.Ch) op een heuveltop. Tenslotte gaan we in Van het kasteel bezoeken. Onderweg daar naar toe zien we veel beschadigde gevels van flatgebouwen. Bij het kasteel vallen de puzzelstukjes van het beschadigde dorpje, het verdwenen hotel, de verbouwingen en de vele beschadigde gevels in de stad op hun plaats. De eigenaar van het theehuis aan de voet van het kasteel nodigt ons uit voor een kopje thee. Hij spreek zeer goed Engels en vertelt dat er 5 maanden geleden inderdaad een aardbeving in Van en omgeving heeft plaatsgevonden. Er zijn meer dan 1000 mensen omgekomen. Daarna was de winter ook nog erg streng met veel sneeuw. Er zijn nog geregeld naschokken volgens de man. Ook zijn huis is ingestort maar gelukkig is zijn familie ongedeerd. Nu de lente invalt is het tijd om alles weer op te bouwen. Op de top van het kasteel staand zien we dat er veel containerwoningen en tenten in stadsdelen buiten het centrum staan. Het zal nog wel een tijd duren voordat iedereen weer in een normale woning woont. Tijdens het bezoek aan het kasteel groeten meerdere mannen mij spontaan, waarbij handen worden geschud en zelfs een keer geknuffeld. Wel even wennen dat laatste, hoewel Turkse mannen elkaar vaak zo groeten en sommigen zelfs gearmd door de stad lopen. Erg leuk dat er vaker tijdens onze reis mannen op ons afkomen en spontaan een praatje maken uit belangstelling.
De volgende dag besluiten we om via een omweg door de bergen naar ons volgende reisdoel Tatvan te gaan. De omweg is een gok. We moeten over een pas van ruim 2900 meter. Het is nog vroeg in het jaar waardoor er mogelijk teveel sneeuw ligt en we terug moeten. Zoals gehoopt is het een rit door fraaie landschappen. We horen onderweg van een vriendelijke bewoner dat de pas open is. Op de pas zijn imponerende metershoge sneeuwwanden maar verderop richting Tatvan wordt het steeds groener en bloeien de fruitbomen. In Tatvan boeken we een leuk hotel voor twee nachten. De Turkse voetbaltopper Galatasaray – Fenerbahce is op TV. De theehuizen puilen uit met meelevende mannen en vele zaken sluiten eerder. Niet de kapper waar ik heenga, die nadrukkelijk laat weten dat we niet in Turkije, maar in Koerdistan zijn. Er komen spontaan meer mannen binnen die gezellig een praatje met ons maken. We krijgen ook toeristische tips en een kop thee.
De volgende dag willen we wandelen naar de vulkaankrater van de Nemrut Dagi vlakbij Tatvan. Volgens de LP is normaliter de krater vanwege de sneeuw pas vanaf half mei bereikbaar, maar dat gaan we natuurlijk zelf onderzoeken. Het is een prachtig zonnige dag. 6 kilometer voor de top kunnen we inderdaad niet verder met de auto omdat sneeuw de weg blokkeert. Er zijn flink wat sneeuwvelden zichtbaar richting top, maar ook open stukken akker- en grasland. We gaan verder wandelen en kijken wel hoe hoog we kunnen komen. Het zal niet verbazen dat we de enige wandelaars zijn in dit stille en betoverende landschap. Genieten! Na een uur wandelen van open veld naar open veld besluiten we de gekozen weg omhoog niet verder te gaan. Sneeuwvelden blokkeren de weg en we vinden het te link om deze over te steken. De route onder de skilift omhoog lijkt vervolgens een goed alternatief. We steken over en vervolgen onze weg richting de kraterrand. Daarbij moeten we nog wel enkele keren over de sneeuw, maar dat zijn kleine ongevaarlijke passages. Na een inspannende klim bereiken we de kraterrand op ruim 2700 meter hoogte. De beloning is een ongelooflijk mooi uitzicht. Een prachtig winters vulkaanlandschap met bevroren meren. En zicht op het Van meer, de stad en massa’s besneeuwde bergtoppen. De wandeling omlaag gaat heel relaxt en we bereiken moe maar zeer voldaan de auto. Morgen 24 april gaan we verder naar het zuiden. Daarbij verlaten we de bergen en komen we in oude historische steden terecht.
Frida en Bert
-
01 Mei 2012 - 20:03
Piet La Roi:
Ik ben weer even bijgelezen vanaf Lissabon. Met G-maps erbij volg ik jullie verhaal. Indrukwekkend! En wat een illustratieve en mooie foto's. Goede reis verder! -
02 Mei 2012 - 10:46
Mirjam:
Mooie foto's van het "oude" Turkije :)
Fijn om te lezen dat jullie zo weten te genieten van de wereldreis!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley